BCG (Bacillus Calmette-Guérin) is een vaccin tegen tuberculose. Dit vaccin zorgt ervoor dat uw lichaam antistoffen maakt tegen de tbc-bacterie. De BCG-vaccinatie biedt geen 100% bescherming tegen tuberculose. Het vaccin beschermt vooral tegen een vroege verspreiding van de bacteriën in het lichaam meteen na infectie, en daardoor tegen complicaties als bv. meningitis tuberculosa. De beschermingsgraad in onderzoeken verschilt erg, en varieert van 0 – 80%, maar vooral bij kinderen onder de 5 jaar is de beschermingsgraad hoger. In Nederland wordt de BCG-vaccinatie alleen aan bepaalde groepen geadviseerd, nl. aan pasgeborenen van ouders afkomstig uit een land waar nog veel tuberculose voorkomt en aan bepaalde groepen reizigers.
Uitvoering
Meestal zal er voor BCG-vaccinatie eerst een tuberculinehuidtest worden uitgevoerd, om te onderzoeken of er al afweerstoffen tegen tuberculose aanwezig zijn. Bij de BCG-vaccinatie wordt er in de huid van de linker bovenarm een klein beetje vloeistof gespoten met de verzwakte tuberkelbacteriën. Op de plaats van de vaccinatie kan na 4 – 8 weken een wondje ontstaan, uiteindelijk geneest dit met littekenvorming.
Als het wondje groter wordt, of als er verdikkingen in de hals of de oksel ontstaan, is het verstandig om contact op te nemen met de afdeling tbc-bestrijding van de GGD.
Wanneer
Omdat het 4 – 8 weken duurt voordat de afweer is opgebouwd is het advies om ruim voor uw reis contact op te nemen met de afdeling tbc-bestrijding van de GGD.
Nacontrole
Eventuele controle na terugkeer van uw reis kan plaatsvinden door middel van een bloedtest (IGRA). De afdeling tbc-bestrijding van de GGD kan u adviseren of deze nacontrole nodig is.